Dirt 3
Het startveld voor het racegenre begint toch steeds voller te geraken. Ettelijke jaren was het steevast uitkijken naar de nieuwste telg in de Gran Turismo-reeks, maar band voor band kwamen er andere uitdagers bij die elk luider en luider begonnen te ronken. Test Drive Unlimited, Gran Turismo, Forza Motorsport, Shift 2 Unleashed, Hot Pursuit, Motorstorm Apocalypse, Grid, Dirt, allemaal racers, allemaal van plan om je met een rotvaart van start naar finish te brengen.
Dirt 3 wil je echter niet zomaar laten racen, maar laat je ook echt stof happen. Dirt 2 liet je al toe om wat in het zand te gaan spelen, maar dat was niet voldoende voor de fans en wie is Codemasters dan om niet te luisteren? 'U vraagt, wij draaien' was het devies en dat brengt ons bij Dirt 3, waarin 60 % van alle races rally zal zijn. Wat is er dan moeten sneuvelen uit Dirt 2 om deze zaken mogelijk te maken? Wel, eigenlijk niks, want het spel is gewoon uitgebreider geworden. Het over-Amerikaanse (show)tintje dat de vorige telg omhelsde is nu echter wel met een kapotte versnellingsbak achtergebleven en daar hoeft niemand zich dus nog om te ergeren. Je bent ook geen broekventje meer, maar een volleerd professioneel racer. Tikkeltje jammer dan wel dat je geen commentaar meer zal krijgen van andere piloten tijdens het racen, terwijl je elkaar zogenaamd nu beter ‘kent’. Geen venijnige opmerkingen meer dus omdat je toevallig aan het bumper-kussen was.
We zouden met talloze woordspelingen over de brug kunnen komen om het rally-aspect extra te benadrukken (“hier is Eddy Rally”, “This is r(e)ally fun”), maar uiteraard moet de overige 40 % ook nog gevuld worden. Codemasters rekent hiervoor op een aantal gekende modi met een verbeterde carrosserie. Naast rally kon natuurlijk rallycross ook niet ontbreken. Verder hebben we head-to-head, trailblazer en land-rush. In head-to-head komen we onze tegenstander op de track geregeld tegen op vaste punten, maar is de spanning een stuk verhoogd door het te volgen parcours in elkaars weg te leggen. Verschiet dus niet als er plots een wagen over je heen vliegt, terwijl jij in tegengestelde richting door een gracht glijdt. In trailblazer mogen we wederom proberen om onze voorganger in te halen (en onze achtervolger voor te blijven). De beste tijd wint. Land-rush mochten we ook al eerder spelen, maar nu zou het gedrag van de trucks en buggies verfijnder zijn, waardoor het ook iets leuker was om te spelen. Wil je zelf nog wat tweaken, dan kan je weer met sliders je auto wat tunen, al is het niet zo uitgebreid als in Gran Turismo 5 bijvoorbeeld. Subtiele hints kan je hierbij ook verkrijgen van je mechanicien. In totaal zal je met meer dan 50 auto’s kunnen racen, met bouwjaren van 1950 tot nu.
De belangrijkste vernieuwing op dit vlak en ook hetgeen je behoorlijk vaak in de communicatie rond het spel te zien krijgt, is Gymkhana. Gym-watte? Deze tak van de autosport is eerder bedoeld als een showdiscipline. Net zoals je paarden kan laten racen en dressuur kan opleggen, is Gymkhana de tak waarin je je wagenbeheersing mag demonstreren, door zoveel mogelijk obstakels zo nipt mogelijk te missen, terwijl je van het ene ooh-moment naar het andere glijdt, rijdt en tolt. Gymkhana zal beschikbaar zijn als ‘free play’, maar ook als een event in het spel.
De combinatie van stuurmanskunsten en inschattingsvermogen zal waarschijnlijk voor heel wat mensen als 'onmogelijk na te bootsen' in de oren klinken, zeker als je de filmpjes van Ken Block op het internet gaat bekijken. Toch wist Andy Gray – communication manager bij Codemasters – ons te verzekeren dat het echt heel eenvoudig wordt uitgelegd. Eerst zal Ken Block de speler een reeks taken voorschotelen zodat zij de vier pilaren van Gymkhana onder de knie kunnen krijgen: de donut, de spin, de drift en de jump. Zodra deze vier zaken enigszins vlot uit te voeren zijn, kan je gaan oefenen in 'The Compound'. Dit is je eigen oefenterrein, met tal van sprongen en obstakels.
Wie Dirt nog nooit heeft gespeeld en schrik heeft dat 'ie er niks van zal bakken, zal blij zijn om te horen dat het spel genoeg hulpmiddelen zal aanbieden, waaronder de eerder vernoemde Compound. Doordat je geen snotneus meer bent en je strepen al hebt verdiend, heb je immers je eigen speeltuin, Battersea Power Station – een domein dat doorheen het spel nog 2 delen erbij krijgt en in totaal 5 keer groter wordt dan het oorspronkelijk terrein Alsof dat nog niet genoeg is voor een oefenveldje, krijg je er ook nog 75 verrassingen bovenop.
Alles wat je in Dirt 3 wil doen, zal via deze Compound verlopen. Zo kan de beginneling hier gewoon lustig zijn trucjes oefenen en zijn Gymkhana-tactieken bijschaven, zonder zich zorgen te moeten maken over allerlei andere racers en over eventuele schade. Codemasters heeft er immers voor gezorgd dat alle botsingen en schrammen voor je wagen puur cosmetisch zijn, aangezien niemand continu opnieuw wil beginnen als ze gewoon aan het oefenen zijn. Ook je flashbacks – het systeem waarbij je even de tijd kan terugdraaien – kan je hier oneindig gebruiken om zo de kneepjes wat beter onder de knie te krijgen.
Ook als je uiteindelijk de baan (of zandvlaktes) op gaat en je nog steeds niet honderd percent goed voelt, kan je hulpmiddelen inschakelen. Codemasters heeft immers goed gekeken naar de voorganger van Dirt 3 en gemerkt dat maar liefst 70 % van de spelers op de eenvoudigste moeilijkheidsgraad bleef zitten. Daarom werden er meer hulpmiddelen in het leven geroepen, om zo de speler beter te begeleiden en hem te motiveren naar een hoger niveau over te stappen. Zo heb je bij Gymkhana een ‘Trick Steer’, waarbij je auto Knight Rider-gewijs aanvoelt wat je probeert te doen en de auto dus mee stuurt. Van zware ondersteuning kan je dan overstappen naar gemiddeld en licht om uiteindelijk zonder trainingwieltjes de trucs te kunnen proberen. Uiteraard kan je tijdens races nog steeds gebruik maken van de flashbacks, maar door je beter te begeleiden hoopt Codemasters dat je op termijn gewoon zonder verpinken iedereen van de baan rijdt (hey, het is ook een manier om te winnen).
Naast al deze vernieuwingen en verbeteringen is het natuurlijk dat je niet op 3 seconden door heen het spel kan razen. Daarom werd het aantal routes gevoelig verhoogd, van 41 in Dirt 2 naar meer dan 100 in deze Dirt 3. Niet genoeg? Oké, wat dacht je van ook nog eens de weerseffecten uit F1 2010 die met een BAFTA mogen pronken, waarbij je ook door ijs en sneeuw mag schuiven als een zwaarlijvige ballerina in een bobslee? Als je dan nog het Luminus-ventje wil uithangen, schotelt Codemasters je ook nog 3 dagtypes voor (ochtend, vooravond en nacht) om nog meer variatie in de tracks en events te stoppen. Als toetje gooien ze ook nog eens de volledige multiplayer (tot 8 spelers) ondersteboven, waarbij je uitgedaagd wordt “to come play in the Dirt”.
Geen zin om ook in de multiplayer gewoon van punt 1 tot punt 2 te rijden en te merken dat er altijd wel 13-jarige Duitsers zijn die al aangekomen zijn, nog voor jij de eerste bocht bent gepasseerd? Dan kan je je nu uitleven in de Party Mode. Hierin krijgen we 4 verschillende spelvarianten aangeboden om je wagen eens op een andere manier te gebruiken, een manier die toch wel lichtjes doet denken aan shooters. Andy Gray gaf grif toe dat ze overwegen om in de toekomst – afhankelijk van het succes uiteraard – car clubs in te voeren, te vergelijken met clans in shooters.
Vooraleer mensen zich in een clan willen verenigen, moet het wel leuk genoeg zijn om uren aan een stuk te spelen. Daarvoor rekent Codemasters op Cat & Mouse, Invasion, Infection en Capture The Flag. De meest gekende vorm is uiteraard CTF en veel nieuws hoef je hier niet te verwachten, want het is gewoon vlagjes halen en zorgen dat je ze ook kan terugbrengen.
Met Cat & Mouse is het al wat interessanter. Twee groepen van 4 auto’s moeten ervoor zorgen dat hun Mini over de meet geraakt. Hoe je dat doet, is volledig jouw keuze. Ram je de tegenstander te pletter of probeer je een haag te vormen rond je eigen Mini. ‘Pedal to the metal’ lijkt in deze variant een gerechtvaardigde tactiek. Bij Invasion had Codemasters eerst de alomtegenwoordige zombie geïntroduceerd, maar die werd uiteindelijk toch van het parcours getrapt om plaats te maken voor wolkenkrabbers en pop-ups. Raak je de wolkenkrabbers, dan verlies je een punt. De pop-ups zijn dan weer een punt waard. Zoveel mogelijk punten scoren dus. De eerder vernoemde zombie stuiterde over het Infection-terrein en liet daar blijkbaar een smerig virusje achter. Je vertrekt immers met alle auto’s in een cirkel om vervolgens allemaal zo snel mogelijk weg te rijden van elkaar. Na x aantal seconden wordt 1 auto besmet en is het de bedoeling om uiteindelijk zo snel mogelijk iedereen te besmetten (of niet besmet te worden als je nog veilig bent). Beeld je dus een ronkende auto in die achter het hoekje verstopt zit, in de hoop dat de tikkers hem niet zien.
Met de Party Mode heeft men gepoogd om ook gewoon een dosis plezier in de multiplayer te steken, rekening houdend met het feit dat niet iedereen als een gek naar die meet wil bollen. Als je dat echter toch wil doen, is dat perfect mogelijk. Zelfs splitscreen zit in elke modus verwerkt, dus met je vriend (of vijand, misschien zelfs nog leuker) naast je hem stof laten happen is perfect mogelijk. Online splitscreen zit er wel niet in, dus daarvoor zal je wel elk aan je eigen tv moeten hangen. Ben je toch meer de persoon die zijn autobeheersing wil tonen, dan zal je zelfs in Gymkhana multiplayer kunnen spelen. Je hoeft je zelfs geen zorgen te maken om tegen iemand te spelen die je alleen maar hindert om zo zelf de hoogste score te houden, want Codemasters is ten rade geweest bij Nostrada-Mustang en zag dat het een probleem kon worden. Daarom zal elke auto in Gymkhana-multiplayer een ghost zijn voor de anderen. Je ziet ze dus wel, maar je rijdt er los door.
Geen vrienden aanwezig om je geweldige acties aan te tonen? Dan kan je gewoon Youtube, Twitter, Facebook en meer inschakelen om het heel duidelijk te laten zien dat je beter bent. Er zit namelijk een uploadcenter in het spel verwerkt, waarmee je 30 seconden gameplay kan opnemen om die vervolgens opnieuw... en opnieuw...en opnieuw... en opnieuw in te wrijven bij je vrienden.